‘Wil je de volgende keer niet van die bio-tomatenketjup halen maar gewoon old school tomatenketjup met veel suiker, e-nummers en conserveringsmiddelen? Aaron houdt demonstratief het bio-ketjupflesje voor mijn neus.
Blijkbaar heeft Luca (7) het gehoord en een paar minuten later zegt hij: ‘Zeg pap, het is toch alleen maar heel erg gezond? Wees blij. Het is beter dan die chips die jij eet.’
Ik stik bijna in mijn kipfilet van het lachen.
‘Chips is helemaal niet goed, pap. Daar word je dik van.’
Aaron wijst naar zijn platte buik ter verdediging.
Ik fluister tegen Luca dat dit helemaal niets zegt. Dat zijn aderen dicht kunnen slibben en dat het zout in de chips echt niet gezond is. En dat ik het niet eens heb over alle andere troep die erin zit. Luca herhaalt dit in zijn eigen woorden, die overigens veel beter doel treffen en eet weer rustig verder.
‘En pap? Die cola en zeven-up (ja, zeven in het Nederlands!) zijn ook echt niet gezond. Ik drink tenminste thee, dat is veel beter.
Ik geef Luca een high five en we laten Aaron beteuterd achter.