‘Kkrrrrrk, krrrik, krrk. Gwap, gwap.’
´Aaaaaah! Hou op!´ Ik duw dramatisch mijn handen voor mijn oren. Puur voor de show, lekker theatraal.
In twee donkerbruine ogen lees ik oprechte onschuld in combinatie met complete verbazing.
´Wat doe ik?’ vraagt Aaron terwijl hij met zijn ene hand naar boven wijst en met zijn andere in zijn zak graait.
De zak waar ik me mateloos aan irriteer. Want: deze kraakt zo erg dat het geluid me tot in mijn tenen raakt. En dan komt er uit die zak iets wat nog veel meer kraakt. Juist ja!
In zijn geval de Tai Chili variant.
Je zou kunnen stellen dat dit het moment was dat mijn ware aard of het hekserige kantje (is dat niet hetzelfde?) dat ergens diep in mijn schuilt naar boven kwam. In de prille verliefdheidtijd kon Aaron met twee handen tegelijk in een zak chips graaien en de hele handel met heel veel herrie alle hoeken van zijn kiezen laten zien, zonder dat er ook maar enige irritatie bij me opkwam. Waarschijnlijk glimlachte ik blij, naïef en vreselijk verliefd naar zijn heen en weer schuddende wangen. Alles was lief, leuk en lekker aan hem. Dat is het nog steeds overigens, maar het toen nog zo leuke achtergrondgeluidje, lijkt zich naar de voorgrond geworsteld te hebben. Net zoals Aaron mij ineens ging wijzen op mijn iets te wilde handgebaren als ik enthousiast iets aan het vertellen was. Waarschijnlijk bang dat ik in mijn gepassioneerde onschuld een omstander zou raken.
Over het heksje gesproken. Ze huist diep in mij, deze heks, maar joh… het mens heeft er werkelijk geen enkele moeite mee binnen no-time naar de oppervlakte te vliegen. Op haar turbobezem, dat kan gewoon niet anders.
Het liefst komt zij aanvliegen in een bepaalde periode van de maand. Om je eetlust niet te bederven zal ik hier niet verder over uitweiden. Stel je voor: ben je net lekker een zak kraakverse chips aan het leegeten, kom ik aan met mijn vrouwelijke perikelen. Daarom gaan we even verder door op die heks. Ook een vrouw, maar zij heeft vast geen last van dat soort dingen. Heb tenminste nog nooit een bezemsteel bij de drogist zien staan.
De mijne manifesteert zich als heks die de naam ‘Vreselijk Kortaf’ draagt en de mensen om haar heen zo hier en daar subtiel afsnauwt. Subtiel ja. Want mijn rationele Ik begrijpt heel goed dat het nergens op slaat om de drang te voelen mensen af te snauwen. Om niets notabene! Overigens beperkt deze heks zich tot haar veilige omgeving, want deze schijnheil is wel zo netjes afgericht dat zij op het werk en in openbare gelegenheden haar stralendste lach opzet. Met een beetje pech bivakkeert er dan ook nog zo’n toepasselijk puistje op mijn gezicht. Met heel veel pech, heeft ie zich tijdelijk gehuisvest op mijn neus. Feest compleet.
Nou vraag jij je (net als ik) af wat die heks in vredesnaam met een zak chips te maken heeft. Nou best veel, zo blijkt uit een artikel in Psychologie Magazine! Als ik dit artikel mag geloven (wat ik lekker niet doe) dan lijd ik (of Aaron?) aan een zeer milde vorm van een nieuwe psychische aandoening, namelijk: Misofonie. En het ergerlijke is dat ik een paar mensen ken die hetzelfde hebben als ik. Dat is niet zo erg zou je zeggen, maar dat is het wel. Want: toevallig zijn het allemaal vrouwen. *zucht*
Aaron en ik hebben een anti-kraakmedicijn gevonden dat zonder recept verkrijgbaar is en het grootste gedeelte van het probleem oplost. Het is doorzichtig, rond maar hol en het staat in je keukenkastje. (En nee, de link is geen reclame en ik krijg er geen geld voor.)