Buikje

‘Je hebt een buikje.’

Stilte.

Ik kijk in de spiegel. Mijn t-shirt probeert het heuveltje te verbergen maar zonder resultaat. Zo blijkt in elk geval uit de eerlijke woorden van vriend Aaron.

‘Die zat er vorige week nog niet!’ Zeg ik meer tegen mijn spiegelbeeld dan tegen Aaron.

‘Zie je ‘m van voren of ook van opzij?’ Ik draai, trek mijn t-shirtje nog wat strakker en sta op mijn tenen om mijn hele buik in de spiegel te bekijken.

‘Pfff.. vrouwen! Je ziet ‘m van opzij maar ook van voren.’

‘Hmmm.’ Het is geen ‘hmmm, wat fijn of lekker’, het is een ‘hmmm dit zint me totaal niet.’

Tijdens de vakantie at ik maar één sneetje brood per dag in plaats van de vijf die ik er in Nederland dagelijks instouw. Tel daar anderhalf bord warm eten bij op en hier en daar wat verdwaald voedsel dat ongemerkt mijn mond ingeschoven wordt.

In Hongarije ontbeten we laat, zo’n uurtje of half tien, tien uur. De lunch sloegen we over en in plaats daarvan aten we fruit of tomaatjes. ’s Avonds hield ik het bij vlees en salade. De aardappeltjes of patat waren aan mij niet besteed. Mijn buik was binnen een paar dagen plat en strak. Terug in Nederland is het dus weer een ontsierend hobbeltje.

Tijd voor een nieuwe uitdaging!

Vanaf morgen haal ik alle brood uit mijn menu en vervang ik dit door (nog meer) fruit, worteltjes en andere soorten rauwkost. Ik houd jullie op de hoogte van de effecten! Morgen wordt ook mijn nieuwe boek ‘De voedselzandloper’ bezorgd, dus misschien kan ik daar nog wat extra inspiratie uithalen.